Door ds. David van Veen
Ik lag de lieve lange dag
tussen het bloeiende fluitenkruid;
er zweefde een liedje voor mij uit,
nu hoort naar wat ik zingen mag:
Wie nooit de lieve lange dag
bij ‘t spiegelende water lag
zijn uur is kort, zijn vreugde heeft uit,-
want nimmer zag hij wat ik zag
tussen het bloeiende fluitenkruid.
Wie naar het klare water gaat
hem zullen de ogen opengaan,
want zeker zal hij hier verstaan,
geknield tussen wat groeit en leeft
hoe God het schoonste zingen geeft,
bij water, bloeiend kruid en riet
om niet!
Een gedicht van Ida Gerhardt. Ze beschrijft hoe haar ogen zijn opengegaan toen zij de lieve lange dag bij het spiegelend water lag. Haar ogen zijn open gegaan toen zij, geknield tussen wat groeit en leeft, ontdekte hoe God het schoonste zingen geeft. Zomaar in wat water, bloeiend kruid en riet, om niet.
Misschien heeft u zelf die ervaring ook wel eens opgedaan. Thuis op vakantie. Alsof de schellen van je ogen vallen en je opeens ziet hoe de witte huizen in de ondergaande zon oplichten. Hoe de wind door de bomen ruist en de vogels samen de dag door lijken te nemen. Vaak zien en horen wij die dingen niet. Ons oog lijkt er niet meer op te vallen, omdat we het gewoonweg niet meer te zien. Misschien omdat we te bezig zijn met andere dingen? Maar zingt Ida Gerhardt: wie nooit de lieve lange dag bij het spiegelende water lag, zijn uur is kort, zijn vreugde heeft uit.
Voordat ik predikant werd, ben ik drie maanden in Zwitserland geweest, bij de zusters van Grandschamp. Je zou hen wel de zusters van Taizé kunnen noemen. Ze hanteren dezelfde levensregel en ook deze communiteit was van oorsprong protestants. Een prachtige plek aan de voet van de Jura, vlakbij het meer van Neuchatel. De kapel is in een oude hoge houten schuur waar een aantal plankjes vervangen zijn door glas-in-lood. Het is een plek van rust, stilte en bezinning.
Nog steeds ben ik betrokken als voorzitter bij een stichting die deze plek en het gedachtengoed van de zusters ook in Nederland onder de aandacht brengt. En ook voor jongeren is het een plaats, om net als in Taizé, voor langere tijd te kunnen verblijven om zo met de zusters mee te leven en een unieke en vormende ervaring op te doen. Dat is precies wat ik 22 jaar geleden ook heb gedaan en ik mocht onder andere met de zusters meewerken in de kloostertuin.
Te midden van die rust, stilte en bezinning begon ik op een gegeven moment mijzelf vijf hele simpele vragen te stellen: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Wat proef ik? Wat voel ik? Vijf simpele vragen als een zelfverzonnen meditatieoefening. En wat bleek? Pas als ik deze vragen stelde, zag ik opeens wat er te zien viel. De houten tafels in de eetzaal. Het kruisbeeld aan de muur. De geur van vers geplukte bloemen. De smaak van hete thee. Een zelfverzonnen meditatieoefening die mij bepaalde bij wat op dat moment was. Wat er op dat moment te zien was.
En misschien is het wel mooi om dat de komende zomermaanden het zelf eens met die vragen te proberen. Zomaar ergens op een dag jezelf af te vragen: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Wat proef ik? Wat voel ik? U zult zien dat u aan veel voorbij gaat, want wij zien zo vaak alleen de wolken van onze eigen gedachten, verlangens, zorgen en angsten. Verblind voor de werkelijkheid zoals die is. Verblind voor de werkelijkheid zoals God die heeft bedoeld. Maar aan de hand van deze eenvoudige vragen zou je het zomaar kunnen ontdekken. Kan het je toevallen dat kijken zien wordt, dat je geknield tussen wat groeit en leeft, ontdekken kunt hoe God het schoonste zingen geeft….
(www.grandchamp.org/nl)
Geplaatst in Protestants KerkNieuws Gouda (17 e jaargang, nr.8)