Meditatie


 ANGST 

Door ds. David van Veen

"Jezus werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond." Lucas 22: 44

In de eerste eeuwen heeft men moeite gehad met deze Bijbeltekst en de menselijke beschrijving van Jezus. Hoe kan iemand die de zoon van God genoemd wordt zulke emoties ondergaan?

De Griekse filosoof Celsus maakte het christendom daarom ook belachelijk. Hij zei: “ Het is duidelijk, dat aangezien hij God was en bewust handelde, hetgeen hij opzettelijk deed, noch pijnlijk noch bedroevend voor hem kon zijn. Waarom klaagt en weent hij dan luid en bidt hij dat hij de angst van de dood mag ontgaan? “

De filosoof zegt dat zo omdat in de Griekse wereld alles wat met God te maken had ‘onveranderlijk’ was. Iets dat veranderde was niet perfect en kon daarom niet goddelijk zijn. En niets veranderlijker dan emoties. Dan was eerder de filosoof Socrates een voorbeeld. Ook hij werd onschuldig veroordeeld en wel tot het drinken van de gifbeker. Socrates dronk deze beker echter onbevreesd en opgewekt leeg. Hij was niet bang voor de dood. 

U kunt zich misschien voorstellen dat tegen zo’n Griekse achtergrond Jezus maar moeilijk te plaatsen was met deze emoties in Getsemane. Want wordt Jezus niet veel te menselijk beschreven? Te zwak haast, meegevoerd door zijn emoties?  

Toch is dit letterlijk en figuurlijk de crux. Jezus is door en door mens, ook in deze emoties. Dat maakt hem anders dan Socrates, anders dan die onaantastbare Griekse Godenzonen en helden. Dat maakt het Christendom anders. Jezus komt dichtbij. Hij zit ons op de huid. Hij weet wat er in het hart van de mens omgaat, zegt de evangelist Johannes.

Nu kennen wij zijn verhaal al langer dan vandaag. We weten hoe het straks zal gaan. En daarom beleven we soms deze heftige emoties van Jezus was stilistisch. Een weergave die helpt om die vanzelfsprekendheid te doorbreken, zijn de letters ‘Ich habe Angst’. 

In grote letters stonden ze geschreven achter het altaar van de Sant Peterkirche in Keulen. Ze doorbreken de vertrouwdheid. Ze  weerstreven iedere vanzelfsprekendheid. Hier waar het brood wordt gebroken geven deze woorden weer diepte aan de sacramenten en worden ze teruggebracht tot op de bodem van het bestaan waar Jezus de dood in de ogen zag.   

En als mensen de dood in de ogen kijken, gebeurd er veel. Hoe zou het ook anders kunnen zijn? Van de een op andere dag is de dood geen filosofisch idee meer van ‘we gaan allemaal ooit dood’. Nee, opeens is de dood jouw dood geworden of die van een geliefde. En juist in deze dagen kijken we die dood in de ogen, gedenken wij onze geliefden en overspoelen ons vaak zoveel gevoelens. 

Toch mogen we op die bodem van ons bestaan juist ook Jezus naast ons weten. Ook daar is hij onze voorganger. Ich habe Angst. Hij kent diezelfde vragen als hij de dood in de ogen kijkt. Hij verloor eveneens aan het leven. En hij bad: kan deze beker niet aan mij voorbij gaan? Op de bodem van het bestaan is het ook voor Jezus een worsteling om zijn weg te zien, te aanvaarden en zich toe te vertrouwen aan God. Dat gaat niet zomaar. Geloof is geen trucje of een knopje wat je indrukt.  

Maar daarna vervolgde hij: “ Laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt. “ Zo onderstreept de bijbelschrijver de biddende worsteling die geloven vaak is. In verzet en overgave, in vertwijfeling en vertrouwen, in hoop en wanhoop. 

Jezus bidt hier met oude woorden. Soms zijn het woorden van anderen die helpen in de nacht. Vaak zijn het de psalmen. Dan bidden we: Zal de Heer ook mijn herder zijn? Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar zal komen mijn hulp? Bij Jezus horen wij de echo van psalm 42 als hij zegt: mijn ziel is diep bedroefd. Toch wist ook hij hoe dat vers verder ging: “ Wat ben je bedroefd mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.”  

Zo komt Jezus tot overgave. Hij geeft zich over aan God. Uw wil geschiedde. En dat is niet de wil van een God die met kromme stok toch recht slaat, nee, uw wil geschiedde is hier een uitspraak van toevertrouwen, van overgave of zoals Jezus even later zeggen zal: In uw handen beveel ik mijn geest. 

Zo gaat Hij naast ons. Zo gaat Hij ons voor. Zodat we het worstelend met al onze gevoelens, gemis en angsten Hem biddend na mogen zeggen: “Wat ben je bedroefd mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.” 

Geplaatst in Protestants KerkNieuws Gouda (15 e jaargang, nr.14)