Preek van de Goudse Glazendienst  

Preek van ds. David van Veen
Lezingen:
Exodus 32: 1 - 9
Johannes 2: 13 - 22 
Sint Janskerk, Gouda, 18 februari 2024 

De stier die u hier ziet afgebeeld komt u vast bekend voor. De stier is bekend geworden doordat de maker, Arturo di Modica, het beeld dat ruim 3000 kilo weegt, destijds onaangekondigd voor de beurs van Wallstreet liet neerzetten. Uiteindelijk heeft de politie het beeld in beslag genomen, maar na protesten van de New-Yorkers kreeg de stier alsnog een plek in het Bowling Greenpark van New York. Een zelfde stier, ook van di Modica, is ook in Nederland te vinden en wel op ‘t Beursplein in Amsterdam. 

Nu is het niet zo vreemd dat de maker de stier juist liet plaatsen bij de beurs van Wallstreet en dat het ook op ‘t Beursplein te vinden is, want de stier heeft alles met de aandelenkoersen te maken. Dat geldt ook voor nog een ander dier: de beer. 
Wordt namelijk in de symboliek een beer afgebeeld dan gaat het met de aandelenkoersen niet zo goed. De beer slaat als het ware met zijn klauwen de koersen naar beneden. De stier staat daar tegenover, werpt als het ware met zijn hoorns de koersen juist ver omhoog. Zeker als we kijken naar deze wilde woeste stier.  Om die reden werd juist deze stier van Wallstreet hét symbool van financieel optimisme en welvaart en is inmiddels een ware toeristentrekpleister. 

Wat wel aardig is om te weten is dat op de vooravond van de Internationale Vrouwendag in het jaar 2017 ook weer onaangekondigd een beeldje werd geplaatst.

Even voor de stier werd namelijk een beeldje van een meisje geplaatst dat de stier onverschrokken aankijkt. Het ging hier om een reclamestunt van een investeringsbedrijf en diende ter promotie van een 'diversiteitsfonds'. 
De stier verandert hierdoor feitelijk van betekenis: hij leek nu wel of de stier het meisje wilde aanvallen en werd daarmee een symbool van het stereotiepe mannelijke gedrag op Wall Street.

Naast deze betekenissen en associaties begrijpt u natuurlijk ook dat velen bij deze stier van Wallstreet ook nog aan een andere stier hebben moeten denken en waar wij zojuist van gehoord hebben. Het gouden kalf dat volgt op het verhaal van de 10 geboden op de berg Sinai. Ook deze stier vertegenwoordigde de rijkdom met zijn gouden gloed, maar stond ook symbool voor kracht en vruchtbaarheid. Dat laatste zien we wellicht ook nog terug bij het stier van Wallstreet waar de mensen de bijzondere gewoonte hebben om de testikels van de stier even aan te raken als ze er langslopen… 

Er staat het volgende geschreven toen Mozes met de 2 stenen platen met de 10 geboden de berg afkwam en de gouden stier zag: “ Woedend smeet Mozes de platen aan de voet van de berg aan stukken. Hij greep het stierenbeeld, gooide het in het vuur en verpulverde het.”  

We zien Jezus eigenlijk hetzelfde doen als hij in de tempel komt. Daar waar de tien geboden van God, tekenen van het verbond, bewaard worden in de Ark die in het heilige der heiligen staat. Jezus ontwaart ook daar een gouden stier zou je kunnen zeggen, want de tempel is verworden tot een marktplaats waar het goud en geld wordt vereerd en aanbeden… en ook Jezus wordt woedend.

En het is misschien even wennen als het beeld van Jezus misschien vaak wat vroom en verstild is in onze gedachten, maar hier is Jezus dus woedend. Het is een heilige verontwaardiging om dat het hier indruist tegen waar de tempel voor is bedoeld. Niet God, maar het geld van de markt wordt aangebeden. Ook de schilder Rembrandt heeft die heilige verontwaardiging van Jezus goed begrepen. Kijkt u maar eens naar de volgende ets.  

Ets rembrandt

 We zien hier Jezus in het midden van de ets die de geldwisselaars vanaf het tempelplein verjaagt. Jezus doet dat met een zweep die hij gemaakt had van touw. Johannes is de enige evangelist die dat zo precies beschrijft. 

In de ets zien we rondom Jezus ook het licht stralen als van een aureool. Wat echter opvalt, als we iets beter kijken, is dat die lichtkrans niet om Jezus zijn hoofd is getekend, maar om de hand waarin hij de zweep vasthoudt. Rembrandt heeft goed begrepen dat het hier om een heilige verontwaardiging gaat en heeft dat dus ook zo getekend.  

Johannes beschrijft dat de leerlingen moesten denken aan wat er geschreven staat in psalm 69: 10 “De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.” Het is die hartstocht die we hier zien. En het klopt dat die hartstocht Jezus zal verteren, want dit optreden zal uiteindelijk ook als argument worden opgevoerd om Jezus ter dood te laten veroordelen. En naar dat verhaal zijn wij in deze 40dagen onderweg.

Afbeelding glas middenpaneel totaal

Laten we het verhaal van deze tempelreiniging eens nader bekijken. En laten we daarvoor kijken naar de weergave van glas 22 dat dit verhaal laat zien.  

Er is een hoop te zien in dit glas. Er is zogezegd een hoop dynamiek. Juist daarom is het goed om dit beeld bij ons verhaal te hebben, want als we het goed tot ons laten doordringen, gebeurt er namelijk wel wat als Jezus met die zweep zo over het tempelplein gaat. Het beeld staat in dit glas natuurlijk ‘stil’, maar feitelijk is er een hoop dynamiek waarbinnen Jezus voor onverwachte reuring zorgt.

Afbeelding detail priester gordijn

Overigens valt dit rumoer in het glas wel op want als we helemaal bovenaan inzoomen dan zien we daar op de achtergrond zien een priester wat verstoord het gordijn opzijschuiven om te zien wat toch de oorzaak is van al dat rumoer.

Afbeelding glas middenpaneel totaal

In het midden zien we Jezus weer met de zweep zoals Johannes die beschreef. Allerlei mensen hebben zich op het glas om hem heen verzameld en zijn zo, eigenlijk net als wij, getuigen van het gehele gebeuren.  

Links van hem zitten aan een tafel, de schapenverkoper met het schaap op zijn knieën.  Achter de hem de geldwisselaar met rode muts. En het zijn dit soort marktplekken die destijds in de tempel voor veel geld gehuurd konden worden. De priesters hadden zo gezegd nog wat nevenfuncties en functioneerden als een soort huurbazen die op deze manier extra geld voor hun families konden binnenloodsen. 

Ook zien we dieren in dit raam. Links onderin zien we twee honden en deze dieren komen we wel meer in schilderijen tegen. Honden waren waarschijnlijk bedoeld als symbool van waakzaamheid tegen zedeloos gedrag. Iets dat door Jezus hier aan de kaak wordt gesteld, zou je kunnen zeggen.  

En naast schapen en een koe zien we ook rechts onder in een mand met vogels. Als je het dichterbij zou halen, is te zien dat het om duiven gaat. Enerzijds bedoelt als handelswaar, anderzijds natuurlijk ook bedoeld om er mee te offeren in de tempel. 

Dan gaan we nog even terug naar de tafel waarachter die geldwisselaar zit.

Afbeelding; inzoom geldwisselaar

Als we inzoomen zien we het geld op tafel liggen, maar ook soort weegschaaltje dat aangeeft dat er geld gewisseld en dus gewogen moest worden. Aan de tafel zien we ook een handvat bevestigd, bedoeld, om net als de marktlui van nu, hun boeltje makkelijk weer op te kunnen pakken. In het handvat kun je echter een bokkenkop ontwaren, waarvan ik vermoed dat dit ook een duivelse verwijzing is naar het kwade, naar de Mammon, waar tegen Jezus hier de zweep heft.

Afbeelding glas middenpaneel totaal

Maar dat er dieren waren om te offeren is in de tempel van toen nog wel na te volgen, maar waarom vinden we ook van die geldwisselaars in de tempel? Die waren er omdat ze nodig waren. Nodig om het dagelijkse geld te wisselen voor het zogenaamd tempelgeld.  

Op dat gewone Romeinse geld stond namelijk de keizer afgebeeld. Dat was binnen het Jodendom verboden ook omdat die keizer als een God werd vereerd. Het zou daarmee volstrekte heiligschennis zijn om dat geld met de beeltenis van die afgod, van die keizer in de Joodse tempel te gebruiken. En daartoe moest dus eerst dit Romeinse geld gewisseld worden voor tempelgeld. En u begrijpt daarvoor waren dus die geldwisselaars aanwezig die daar uiteraard een hoge commissieprijs voor rekende om zo hun winsten te kunnen maken.  

Als we zo kijken naar dit Goudse glas en horen het evangelie: tekent zich hier een wereld af van loven en bieden, van geld dat moet rollen, van geloei en geblaat. Het beeld staat natuurlijk stil maar feitelijk is het een luidruchtig en lawaaiig geheel, om over alle geuren nog maar te zwijgen… Het is een ware markt en ‘t maakt Jezus woedend.  

Hij zegt hier letterlijk: Jullie hebben van het huis van mijn Vader, een huis van de markt gemaakt. Het is duidelijk dat Jezus zo hier die twee huizen tegenover elkaar plaatst, zoals het gouden kalf tegenover het verbond stond met de tien geboden.

En met de stier van Wallstreet en dit Goudse glas op ons netvlies en met dit verhaal in onze oren, zouden ook wij ons de vraag kunnen stellen: Waar draait het bij ons om? Waar draait het om het huis van God in ons leven? En waar draait het in ons leven om het huis van de markt?  

Natuurlijk we kunnen niet zonder die markt, maar is het ook een vraag van onze dagen of die marktwerking niet veel te groot is geworden? Staat die markt ook bij ons niet feitelijk in de tempel als hét centrum van onze samenleving? En welke religie, welk idealisme wordt daar vereerd?  

En onze toewijding lijkt steeds verder te gaan. De Duitse socioloog Harmut Rosa betoogt in zijn boek ‘Leven in tijden van versnelling’ dat het economisch systeem, de concurrentie en de versnelling er aanvankelijk vooral op gericht waren om onze autonomie en vrijheid te vergroten. De productiviteit en de kracht van het systeem zou uiteindelijk namelijk het individu de vrijheid geven om zijn levensplannen, dromen, waarden en doelen te verwezenlijken en dan zonder bang te hoeven te zijn voor schaarste, achteruitgang en falen.  

Wat we nu echter zien, is dat het eerder lijkt omgedraaid zegt hij. Versnelling en concurrentie zijn het doel geworden en niet meer het middel. De dromen, doelen en levensplannen van het individu worden gebruikt om de versnellingsmachine draaiend te houden.  

Waar we zouden kunnen werken om te leven, blijkt ook in onze dagen dat we vooral leven om te werken.  Nee, de markt staat maar wat vaak als tempel in het centrum van ons leven. En onze toewijding is zo groot. Het lijkt wel of we er alles voor over hebben om dat draaiende te houden. Maar het is de grote vraag of die marktwerking altijd tot verbetering leidt. Liet bijvoorbeeld de Corona-crisis niet pijnlijk zien dat de marktwerking in de zorg eerder problemen gaf dan oplossingen bood.  

Op een andere manier stelde ook de jonge Greta Thunberg in 2019 de prioriteit van de markt ter discussie toen zij met een vurig en emotioneel betoog in het centrum van de macht zo’n zestig wereldleiders bij de VN aansprak en zei: 

“Dit is helemaal verkeerd. Ik zou hier niet moeten staan. Ik zou weer op school aan de andere kant van de oceaan moeten zijn. Maar  jullie komen allemaal naar mij voor hoop? Hoe durf je! Je hebt mijn dromen en mijn jeugd gestolen met je lege woorden. En toch ben ik een van de gelukkigen. Mensen lijden. Mensen gaan dood. Hele ecosystemen zijn aan het instorten. We staan aan het begin van een massale uitsterving. En alles waar je over kunt praten is geld en sprookjes van eeuwige economische groei. Hoe durf je! “

We proeven ook bij haar van een heilige verontwaardiging waarmee ze een appèl doet op onze verantwoordelijkheid.  En inderdaad waarom moet geld vooral alleen maar rollen of zou je ook als samenleving kunnen zeggen: dat geld gebruiken we voor wat we echt belangrijk vinden, bijvoorbeeld voor zorg, voor onderwijs, voor ons ecosysteem, deze wereld waarin wij leven mogen. 

Waarom moet winst gaan naar enkelen en niet naar allen? Waarom definiëren wij zo vaak iets pas als goed als het vooral goedkoper kan? Waarom niet kiezen voor iets wat goed is, waardevol en dat het daarom ook best iets mag kosten? 

Solidair met onze naasten ook als ‘t gaat om toekomstige generaties en niet te zeggen ‘na mij de zondvloed’. Durven wij in het gezicht van de ander ook het gezicht te zien dat ons aankijkt als het kleinkind van onze kleinkinderen? 

En is dat ook niet waarom wij op zondag naar Gods huis komen? Om ons vanuit hier te richten op dat goede leven zoals God dat bedoeld heeft. En juist hier de prioriteiten anders te leggen dan wat doordeweeks zo snel vanzelfsprekend wordt. Wat is goed? Wat rechtvaardig? Wat is van waarde?

Dat goede leven is precies de reden waarom Johannes hier aan het begin van zijn evangelie vertelt over die tempelreiniging en vormt het feitelijk een tweeluik met dat verhaal van de bruiloft te Kana. 

In dat verhaal van de bruiloft gaat het namelijk om dat goede leven. Het leven dat gevierd mag worden. De liefde die bloeien mag. Het is een beeld voor hoe God in verbondenheid wil staan met zijn volk. En is dat feest van dat goede leven dat Jezus komt redden. 

En in ons verhaal van de tempelreiniging horen we vervolgens wat er van dat leven is geworden. Hoe die verbondenheid wordt overstemd door zoveel lawaai: het huis van God, een huis van de markt. Maar ook op die plek is Jezus Messias en hij schudt ons huis wakker. Toen in de tempel, maar ook vandaag in de tempel van ons hart. En zoals bij onze samenleving kunnen we ook in de tempel van ons hart vragen: krijgt God die plaats? Of is ons hart vol van zoveel anders? 

Soms is het dan nodig dat we opnieuw ruimte maken. En ja, soms moet de boel dan aan kant, gaat er het een en ander onderste te boven en moet eerst al het lawaai en herrie naar buiten verdreven worden, zodat het stil kan worden. Een soort religieuze voorjaarschoonmaak om je eigen binnenkamer weer te ontdekken. En is dat niet waarvoor ook deze 40 dagen zijn. 

Om te ontdekken dat je binnenkamer zelf een tempel mag zijn, zodat je huis een plaats wordt waar het goede leven geëerd en geleefd wordt zoals God het vanaf de beginne bedoeld heeft… 

Maak van je hart geen markt, maar een tempel, een plaats waar ‘t niet alleen om jou draait, maar waar God vereerd wordt. Dat wij wakker worden om ons opnieuw toe te wijden aan Hem. 

Amen