Preek van deze Week

Preek van ds. David van Veen over Mattheus 26: 57 – 68 en Mattheus 26: 69- 75
De Veste Gouda, Palmzondag 24 maart 2024

Het is de Nederlandse groep “Het Goede Doel” die het bezong in een van hun liedjes. Vriendschap is een illusie. Ik weet niet of u het nummer kent en nee, ik ga het niet voorzingen, maar het refrein is in ieder geval als volgt:

Een keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie
Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom

Vriendschap is een illusie. En de zanger bezingt een aantal voorbeelden waaruit dat bleek. Over vriendschap. Over liefde. Zo zingt hij:

Een mooiere vriendschap kon in mijn ogen niet bestaan.
Totdat hij verhuisde naar een andere stad.
Ik heb als ik het goed heb nog een kaart van hem gehad.

Een mooiere vriendschap kon in mijn ogen niet bestaan.
Tot het moment dat ze spontaan mijn naam vergat
En bleek dat ze een ander vriendje had.

Een keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie.

En zo gaat en draait het lied verder. De zanger is wellicht cynisch, verbitterd of teleurgesteld geraakt. Vriendschap, liefde, vertrouwen, het verdwijnt plotseling als sneeuw voor de zon alsof het er nooit geweest is. Daarmee raakt het aan de kern van het verhaal van vandaag. Jezus die door iedereen verlaten wordt. Judas die Jezus overlevert met een kus. Verlaten door zijn discipelen die naar alle kanten zijn weggerend. En nu door Petrus verloochend. Jezus wordt alleen gelaten en de mooie woorden die zijn vrienden spraken zijn opgelost als sneeuw voor de zon. Weg mooie woorden, weg goede vrienden. Vriendschap een illusie.

Met de deelnemers van de Startersgroep hebben we op een avond samen naar dit verhaal gekeken. Overigens misschien leuk om die groep weer even in beeld te hebben. U ziet hier een groot gedeelte van de Startersgroep. Zo’n 25 jonge mensen die elkaar op regelmatige basis treffen. Dat doen ze bij iemand thuis waarbij vaak een inhoudelijk thema centraal staat. Een groep die elkaar steeds beter leert kennen en waarbij we steeds ook weer nieuwe mensen mogen verwelkomen. Ook is de Startersgroep actief in De Veste aan het worden. U vindt hen achter de bar, bij de crèche, kindernevendienst, Goudader, als beheerder van de kerk-app etc. Ik moet zeggen dat ik daar meer dan blij mee ben. Ook omdat deze groep, samen ook met hun kinderen, mede de toekomst zijn van onze gemeente. En natuurlijk gaat dat anders dan vroeger en u ziet ze wellicht niet iedere week hier, maar ze zijn er, zijn bezig met hun geloof en met de kerk en zo hebben we ook samen een aantal weken geleden gekeken naar dit verhaal over Petrus. En de groep bleef eigenlijk als eerste niet bij Petrus, maar bij Jezus haken in dit verhaal. Jezus die daar in het midden van alle chaos, beschuldigingen en veroordelingen, stil lijkt te staan. We hadden met hem te doen en herkenden in hem zoveel andere mensen die ten onrechte worden beschuldigd en veroordeeld. Mensen waarover anderen ook vaak gelijk een mening hebben, hen wegzetten en niet in de ogen durven kijken. Vluchtelingen werden genoemd, maar ook mensen van de LHTBQA+-gemeenschap. Ook denken wij vandaag aan mensen die zelfs onschuldig werden vermoord zoals al die vrouwen, mannen en kinderen in die concertzaal in Moskou met alle nog niet te overziene gevolgen van dien. Jezus kwam in zijn leven op voor mensen die zó werden weggezet. Hij ging staan voor hen die zomaar beschuldigd en veroordeeld werden. Jezus volgt daarmee het spoor van zijn Vader die niet hoog in zijn hemel bleef maar afdaalde omdat hij het gekerm hoorde van de verdrukten in Angstland Egypte. God wil zijn mensen bevrijden. Hij vereenzelvigt zich met hen en hier is hij zelfs één van hen geworden nu hij zelf veroordeeld, bespuugd en vernederd wordt. En tegelijkertijd staat hij daar te midden van al die chaos en mensen die over hem heen vallen. Er gaat een wonderbaarlijke rust van hem uit. Hij laat zich niet uitdagen, gek maken, hij blijft zichzelf trouw. Hij wist dat het zo zou lopen. Omdat hij trouw wilde blijven aan wat hij verkondigd had. Daaraan wilde hij trouw blijven, trouw tot in de dood. Hij gaf zo zijn leven voor zijn vrienden, voor ons. En we zien hem staan en hij wekt misschien in ons wel ontzag of een medelijden op. Maar als we echt heel eerlijk zouden zijn dan zouden we misschien toch wel eerder als die meute zijn geweest. Niks geen ontzag of medelijden, niks geen worstelingen zoals we straks bij Petrus zullen horen, maar we hadden misschien veel eerder wel met die meute meegelopen, meegeroepen. Want het is zo makkelijk en verleidelijk om je te verschuilen achter wat een groep vindt en roept. Het is zo makkelijk om je mening het wereldwijde web op te gooien. Vandaag roep je dit en morgen roep je zo makkelijk weer dat. Maar het gaat zo vaak ten koste van anderen.

Vandaag roepen we hosanna en zwaaien enthousiast met onze takken en vlaggen, geven rode hartjes of duimpjes op onze sociale media, maar morgen roepen we net zo hard mee: kruisig hem, weg met die man, en projecteren we onze eigen machteloosheid en liefdeloosheid op een gemakkelijke zondebok. Nee, als we eerlijk zijn, zijn wij vaak die meute in al die verhalen. Nee, wat dat betreft, zijn de reacties van Petrus misschien wel veel doorleefder. Het gaat bij hem echt ergens over. Ook niet zo verwonderlijk, want Jezus was niet zomaar iemand, nee, Jezus was zijn vriend. Jezus was zijn meester. Petrus en Jezus hadden een diepe existentiële band. En dat is dan ook wat in het tweede gedeelte van het verhaal op het spel staat. Wat de mensen, de meute over je zeggen daar kun je soms nog je schouders over ophalen, maar als je vrienden je verlaten, je verloochenen, dan gaat de pijn vaak zoveel dieper. In de Startersgroep hebben we dat woord ‘verloochenen’ eens onder de loep genomen. Het klinkt wel bekend, maar wat is dat verloochenen nu eigenlijk precies? Is dat verraden? Liegen? Iets of iemand ontkennen? We ontdekten dat het eigenlijk best wel een lastig woord was. Het woord zelfverloochening, dat misschien wat bekender klinkt, hielp ons aanvankelijk ook niet echt. Het leek weinig positief maar uiteindelijk zeiden we dat ‘zelfverloochening’ zoiets is als 'jezelf opofferen, plaats maken voor iemand of iets.’ En misschien krijgt het een beetje een andere, een wat positievere klank, als je bijvoorbeeld aan een brandweerman denkt die zichzelf opoffert, maar daarmee wel tien andere mensen redt. Of iemand die plaats wil maken om een ander een kans te geven. Hoe dan ook: we ontdekten dat zelfverloochening toch wel iets anders is, dan bijvoorbeeld iemand voor te laten gaan bij de bakker. Daarvoor voelden we wel aan dat dit woord veel serieuzer is, dieper gaat. Waar het in deze woorden denk ik om draait, is om wat we wel ‘het existentiële’ noemen. Het gaat om het wezenlijke van iemand. Bij zelfverloochening maak je wezenlijk, dus diep in je hart en ziel, plaats voor iets of iemand anders. Zo ook als je iemand verloochent. Ook dat is existentieel, maar dan weinig positief. Het is wat anders dan dat je vluchtig je schouders ophaalt en zegt ‘o dat weet ik niet hoor’ of ‘o die ken ik niet’. Nee, iemand verloochenen is niet een leugentje om bestwil, maar iemand verloochenen is wezenlijk, diep in je hart en ziel, het bestaan van die ander grondig ontkennen!

Het is een heel serieus maar ook dramatisch moment dat de evangelist hier met ons deelt. En niet voor niets moet er straks ook echt iets hersteld worden. Moet er verzoening en vergeving plaatsvinden. Vriendschap herstelt zich niet met een snelle sorry. Met Pasen staat in die zin niet alleen Jezus op, maar zal in dat licht ook Petrus mogen opstaan als Jezus hem opnieuw roept en drie keer vragen zal: Petrus, houd je van mij? Maar zoals straks dat vertrouwen hersteld wordt, wordt het hier juist bevraagd. En waar Jezus trouwt blijft aan zichzelf, aan zijn roeping, aan zijn Vader, is het Petrus die hier die trouw, die roeping, die diepe band met Jezus zijn vriend verloochent. Hij doet dat drie keer en iedere keer gaat hij een stapje verder. Als Petrus wordt herkend zegt hij met klem: Ik weet niet waar je het over hebt. De tweede keer begint hij zelfs te zweren. En zweren is bijbels gesproken vaak verboden en onderstreept hier dat het niet niks is wat Petrus roept, zweert en zegt: Ik ken die man niet. En na de derde keer gaat hij nog een stapje verder. Hij begint te vloeken en bezwoer hun: ik ken die man niet! En terstond kraaide er een haan. Ook al is het menselijkerwijs best te begrijpen dat Petrus zijn hachje probeert te redden, wat hier gebeurt gaat dieper. Petrus ontkent met hart en ziel het bestaan van Jezus. En misschien kwam dat ergens ook wel doordat uiteindelijk Petrus Jezus nog niet ten diepste kende. Misschien bewoog Petrus wel op de grens tussen weten en niet-weten, tussen bewust-zijn en onbewust blijven, op de grens van waken en slapen, van nacht en dag. De haan kraait Petrus hier wakker en dan weet hij, wordt hij zich bewust en breekt daarmee de dag aan dat Jezus zal sterven. In een ander evangelie staat ook nog dat Jezus op het moment dat de haan kraaide naar Petrus omkeek. En wat zou Petrus in die ogen van Jezus hebben gelezen? Als lezer, op het puntje van je stoel gezeten, voelde je het aan alle kanten al aankomen dat het zo zou gaan. En hoe zou het ook anders kunnen gaan, want waar zijn wij mensen als anderen onschuldig vermoord dreigen te worden? Wie zou wel zo ver zijn nek uitsteken voor een vriend? Nee, wij voelden het al wel aankomen en daardoor lijkt alsof wij onszelf kunnen rechtvaardigen: wij zagen het aankomen, wij wisten het al en die Petrus nog niet. Goddank laten wij het als lezer niet zo ver komen als die Petrus, zou je bijna denken, maar dan gebeurt er iets wonderlijks in het verhaal. Petrus ging naar buiten en huilde bitter staat er. Het is zijn hart dat huilt. Het zijn bittere tranen die rollen tot in het diepste van zijn ziel.

Na een stilte is dit het moment dat in de indrukwekkende Mattheuspassion van Bach het ‘Erbarme Dich’ klinkt, de wereldberoemd geworden Aria. Vol emotie worden deze woorden met hart en ziel gezongen zodat je menige speld kunt horen vallen in de kerken en de concertzalen.

Erbarme dich, Mein Gott, um meiner Zähren willen.
Schaue hier, Herz und Auge weint voor Dir, Bitterlich.
Ontferm u, Mijn God, en zie mijn bitter huilen
Zie mij aan, hart en ogen huilen voor U.

Zojuist stonden we nog veilig op afstand. Bijna hoofdschuddend. Die Petrus toch… maar Petrus heeft zich hier al gerechtvaardigd voor zijn God en weet en voelt dieper dan ooit wie hij is, wie Jezus is. En met meer deemoed en respect voor Petrus pakken we voorzichtig het boek weer op en lezen wij verder. Beseffen wij hoe menselijk en echt die Petrus was en beseffen we dat het verhaal misschien ook wel eens over ons zou kunnen gaan. Zou mogen gaan. Dat Petrus, zelfs hier, zelfs vandaag, hier in deze tekst, voor ons een voorbeeld mag zijn. Dat we niet die schreeuwende meute hoeven zijn. Van vandaag hosanna en morgen kruisig hem, maar meer als een vriend mogen zijn, iemand die Jezus volgen wil. En aan Petrus zien we wat hem dat kost. Hoe diep dat gaat en dat het zo gaat. En dat ‘t misschien wel niet anders kan gaan dan zo. Met al die emoties die daarbij komen kijken als het erom spant. Hoe teleurgesteld Petrus misschien wel was omdat het anders liep dan hij zo gehoopt had? De angst en de pijn die hij voelde toen hij Jezus zo zag staan, de machteloosheid, de duisternis die in hem de paniek aanwakkerde en misschien ook wel een soort boosheid van hoe het in Godsnaam zo ver hadden kunnen komen. Juist in al die emoties zie je hoe diep Petrus geraakt is. In enerzijds zijn ontkenning, zijn verloochening van Jezus, maar anderzijds ook onmiddellijk in de diepe droefheid die hij daarover voelt. Als we Petrus zo echt dichtbij laten komen dan kunnen we zien en ervaren dat de rots waarop de kerk gebouwd is, een kwetsbaar en breekbaar mens is, die leeft tussen vertrouwen en angst, tussen geloof en protest, tussen loochenen en belijden. Als we Petrus zo echt dichtbij laten komen dan durven wij dat misschien ook van onszelf wat meer toe te laten. Dat ook wij voortdurend op het koord balanceren tussen vertrouwen en angst, tussen geloof en protest, tussen loochenen en belijden; maar dat we vooral ten diepste kwetsbare en breekbare mensen zijn, die geraakt willen worden en gezien. En met zulke mensen gaat God blijkbaar onderweg. Vandaag mogen we horen en weten dat ook wij van zijn genade leven mogen. Ook als wij hem ontkennen, als het duister, de onmacht, de pijn, het protest ons allemaal te veel wordt, blijft hij ons trouw. Hij kent ons. Ook ons houdt hij vast in leven en in sterven. Ook ons wil hij van zijn leven geven. En omdat Hij zo is, wordt straks het Pasen, wordt het weer licht, mogen ook wij opstaan, vertrouwen hervinden, een nieuw begin, Hem achterna. 

Of zoals de zanger Stef Bos de woorden Petrus in de mond legt als hij zingt:

Beter opzoek gaan
Dan altijd gewacht
Beter gevallen
Dan nooit gesprongen
En beter de liefde verloren
Dan nooit liefgehad

Maar ik weet soms niet meer
Wat mijn woorden nog waard zijn
Weet soms niet meer 
Wat ik hier zoek
Ik struikel en val
Ik sta op en ga verder
Ik ben een mens
Ik ben een mens
Van vlees en bloed

Amen

Na de overweging luisteren we naar Stef Bos met het lied van Petrus ‘Vlees en bloed’